Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

mossel

betekenis & definitie

('mossɘl) v. (-en, -s; -tje) [Lat. musculus vklw. < mus, muis] tussen twee langwerpige schelpkleppen besloten, plaatkieuwig, eetbaar weekdier (Mytilus edulis) : -en halen, kweken, rapen, vangen, vissen, zoeken; de maartse vloed maakt de -en goed; -en moeten vers en blank zijn; zo blank als een -; -en kan men eten in die maanden waarvan de naam een r bevat, dus vanaf september tot april ; -s roepen, eer die aan land of aan de kant zijn, te vroeg viktorie roepen; noch vis, noch het een noch het ander.

< >