(‘luksәmburch) grootste maar dunst bevolkte provincie van België. Hoofdstad : Aarlen.
1. Aardrijkskundig. Oppervlakte. 4418 km2. Bodem. Bergachtige, niet vruchtbare en nog sterk beboste Ardennenstreek met als hoogste punt de Baraque de Fraiture (651 m) en als laagste 100 m bij de grens der provincie Luik. Bevolking 354 079 inw., 80 per km2, meestal Walen; Duitssprekenden vooral in het zuidoosten. Landbouw. Rogge, spelt, haver, aardappelen, tabak (Semois). Nijverheid. Leigroeven, metaalnijver heid in het zuidoosten. Handel. Vooral houthandel. Administratieve indeling. Vijf arrondissementen : Aarlen, Bastenaken, Marche, Neufchâteau, Virton. Luxemburg heeft slechts 1 gemeente met meer dan 10 000 inw. : Aarlen. De provincie Luxemburg is bekend om haar toeristische bezienswaardigheden o. a. St.-Hubert en zijn uitgestrekte bossen ; Bouillon met zijn oud kasteel, en Aarlen aan de Semois; Durbuy en Laroche aan de Ourthe; de abdijruïnes van Orval.
2. Geschiedkundig. Zie Luxemburg (Groothertogdom).