('kwispələn) (kwispelde, heeft gekwispeld)
1. heen en weer bewegen inz. van vreugde: met de staart -.
2. met een kwast sprenkelen: wijwater -.
3. met een kwispel slaan, geselen: alsof men met brandnetels gekwispeld werd.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
('kwispələn) (kwispelde, heeft gekwispeld)
1. heen en weer bewegen inz. van vreugde: met de staart -.
2. met een kwast sprenkelen: wijwater -.
3. met een kwispel slaan, geselen: alsof men met brandnetels gekwispeld werd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: