(ko'los) m. (-sen) [Gr. kolossos]
I. Eig. reuzenbeeld : de van Rhodos.
II. Metf. iets reusachtigs nl.
1. reusachtig menselijk lichaam : een van een jong, een vent.
2. ontzaglijk groot gevaarte : een van een boom, een schip.
3. zeer machtig rijk : de Romeinse -, het oude Romeinse Rijk.