Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kolos

betekenis & definitie

(ko'los) m. (-sen) [Gr. kolossos]

I. Eig. reuzenbeeld : de van Rhodos.

II. Metf. iets reusachtigs nl.

1. reusachtig menselijk lichaam : een van een jong, een vent.
2. ontzaglijk groot gevaarte : een van een boom, een schip.
3. zeer machtig rijk : de Romeinse -, het oude Romeinse Rijk.

< >