m. (~s) [msch. Fr. cagnard, luiwammes <]
I. Eig.
1. Veroud. grote heer die zich op zijn afkomst enz. laat voorstaan.
2. Tgw.
a. persoon uitstekend in zijn vak: een van een vent.
b. Ong. onhebbelijk iemand.
II. Metf. wat groot is in zijn soort: een van een appel, een vis.