('inhout) m. (-en) [→ inhouden 1]
I. Eig.
1. Algm. wat in iets bevat is : de van een vat uitstorten.
2. Inz.
a. wat in een geschrift begrepen is : de van een boek, een brief.
b. Bepk. lijst van in een geschrift behandelde onderwerpen : zoek de bladzijde in de op.
II. Metn.
1. Algm. wat iets bevatten kan, grootte, ruimte : een schip van 20.000 ton -.
2. Meetk. grootte van een figuur of lichaam : de van een driehoek, een kegel.