('in) (groef, groeven in; heeft ingegraven)
1. in de grond enz. graven, delven: een schat de ingegraven lijn van een spoorweg ; de vaten in de ballast -, ze geheel of gedeeltelijk in de ballast zetten.
2. zich -, zich in een ingraving verbergen, verschansen : konijnen, soldaten kunnen zich -.