Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

ijdel

betekenis & definitie

('ij:dəl) bn. en bw. (-er, -st) [Mned. idel, leeg]

1. zinloos, waardeloos : -e teorieën.
2. onbeduidend, nietig : -e woorden; het aards geluk is -.
3. vergeefs, vruchteloos : -e pogingen.
4. lichtvaardig : Gods naam gebruiken.
5. enkel, bloot, louter : vertoon.
6. zonder grond ; -e vrees, hoop.
7. met zichzelf ingenomen. praalziek, pronkzuchtig : -e meisjes; jongeheertjes met hun vertoon; een mens geeft veel, een trots mens weinig om het oordeel van anderen. Syn. → fier.