Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

foniatrie

betekenis & definitie

(fonia'tri) v. [Gr. iatreuêin, genezen] geneeskunde der spraakorganen, fonkelen ('fonkdUn) (fonkelde, heeft gefonkeld) [~ vonk] 1. levendig glanzen of stralen : het van de sterren, van de ogen, van de blik. Syn. * blinken. 2. opgang maken : -d van aktualiteit. fonkeling v. (-en), fonkelnieuw bn. en bw. nog met al de glans van het nieuwe, geheel nieuw : een -e hoed. fono... [Gr. phonè] geluid... fonofilm ('fo:no) v. (-s) geluidsfilm, fonograaf (fono'gra:f) m. (...grafen) [Gr. graphein, schrijven] toestel met cilinders en hoorn, tot opname en weergave van geluiden, thans verdrongen door de grammofoon: de-werd 1877 door Edison uitgevonden. fonograafplaat v. (...platen), fonograafrol v.

Hen).

< >