(ekspo’zi:si) v. (-s) het exposeren nl.
I. Eig.
1. Algm. tentoonstelling.
2. Kat. uitstelling van het Allerheiligste.
II. Metf.
1. Algm. uiteenzetting.
2. Inz.
a. inleiding in de gebeurtenissen van een toneelstuk.
b. gedeelte van een muziekstuk, waarin het of de hoofdtema’s voor het eerst ten gehore worden gebracht.