(éle'a:zar) [Hebr. God is helper]
1. derde zoon en opvolger van de hogepriester Aãron.
2. negentigjarige grijsaard die, om zijn getrouwheid aan de wet, onder Antiochos IV
van Syrië, werd gemarteld.
3.broeder van Judas de Machabeeër, sneuvelde 163 v.K.in de strijd tegen Antiochos V Eupatoor van Syrië.