(efemə'ridən) mv.
I. Eig. wezens of dingen van één dag nl.
1. eendagsvliegen.
2. gebeurtenissen op een bepaalde dag voorgevallen : een scheurkalender met -.
II. Metn. [van I 2]
1. dagbladen, tijdschriften.
2. boekje dat de werkzaamheden voor elke dag aangeeft.
3. Sterrenk. tabellen die de stand van de sterren voor elke dag aangeven.