('do:r) (deed, deden door; heeft doorgedaan)
1. voortgaan met doen.
2. doorhalen, -schrappen: doe die naam maar door; je kan hem wel -, hij komt toch niet.
3. doorbreken, -snijden: doe dat lint maar door.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: