Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

bezwaar

betekenis & definitie

(bə'zwa:r) o. (bezwaren)

1. Algm. iets dat bezwaart (2), op iemand of iets drukt : een berg van bezwaren; dat is geen –; ik zie er geen – in; ik heb er geen – van; een – opheffen. Syn. hinderpaal, moeilijkheid.
2. Inz.
a. geldelijke last : buiten – van de schatkist; ten bezware van iemand, op zijn kosten.
b. rechterlijke last, klacht : bezwaren tegen iemand indienen.
c. bezwaar als bedenking : tegen een voorstel bezwaren hebben, opperen, maken; bezwaren uit de weg ruimen; ik heb – daartegen; hij heeft daar – in. Syn. →: bedenking.