Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

banier

betekenis & definitie

(ba'ni:r) v. (-en), ~ band, meestal vierkant vaandel aan een met de stok verbonden dwarsstang bevestigd : golvende, vliegende, wapperende -en; een ontplooien, planten. Gez. de hoog houden, de eer van het vaandel; de opsteken. een opstand beginnen; zich onder iemands scharen, hem volgen.

Syn. dundoek, standaard, vaan, vaandel, vlag.