Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

Artevelde

betekenis & definitie

(’artəveldə) Vlaamse helden:

1. (Jakob van) ° 1287 te Gent, waarschijnlijk een rijk lakenkoopman; organizeerde Vlaanderen en bracht met Brabant en Henegouwen (dat ook Zeeland en Holland omvatte) een statenbond tot stand met demokratische nationale instellingen; sloot, tegen de onrechtvaardige Franse graaf Lodewijk I van Nevers, een verbond met Edward III van Engeland (1340) die de toevoer der Engelse wol dreigde stop te zetten; trachtte tevergeefs Doornik, een vooruitgeschoven post van Frankrijk, te nemen; werd ten gevolge van de oppositie der Leliaards, van de onenigheid tussen de gemeenten en vooral tussen de wevers en volders, die met elkander in een bloedig treffen handgemeen werden, op de Vrijdagmarkt (Kwade Maandag) in een oproer 1345 vermoord door Geraard Denijs, deken der wevers. Zijn laatste woorden waren: Volk, Vlaanderen, Gent. De „Wijze Man” en „Redder van het Vaderland” was de inkarnatie der Vlaamse zelfstandigheid, die echter door naijver en verdeeldheid niet tot stand kon komen.
2. (Filips van) zoon van (1), plaatste zich in dec. 1381 aan het hoofd der Gentenaren die tegen de Franse graaf Lodewijk II van Male waren opgestaan; versloeg hem 1382 op het Beverhoutsveld vóór Brugge en nam deze stad in, waarop zich geheel Vlaanderen bij hem aansloot; werd met zijn leger bij Westrozebeke door de Fransen verslagen (1382) en sneuvelde er.

< >