(aristo’kra:t) m. (...kraten; -je) [Gr. aristos, best + kratein, regeren]
I. Eig. iemand die het denkbeeld huldigt dat de staat moet bestuurd worden door hen die uitmunten door geboorte of beschaving. Tgst. demokraat.
II. Metf.
1. iemand uit de voorname wereld.
2. iemand met zeer beschaafde manieren.