(an'to:nius) (Marcus) neef van Caesar en 44 v. K. konsul met hem, ° omstr. 82 v.
K. sloot 43 het 2de Driemanschap met Octavianus en Lepidus, overwon Brutus en Casius 42 bij Philippi en verkreeg het oosten van het Rijk, waar hij zich geheel door Kleopatra liet beheersen. Toen hij Romeinse wingewesten aan haar en haar kinderen schonk en Octavia, Octavianus’ zuster, verstiet, werd hij 32 afgezet en in de 3de Burgeroorlog door Octavianus bij Aktion verslagen; pleegde zelfmoord 30 te Alexandrië. Hij benoemde 39 v. K. Herodes tot koning der Joden.