Jos Beke

"Groenewoudseweg -Van kerk tot brug en terzijde"

Gepubliceerd op 31-05-2017

De spoorkuil

betekenis & definitie

Op de buurtbijeenkomst op 28 mei 2016 kwamen allerlei vragen over het spoor naar voren. ‘Die is gegraven, toch?’ En ‘waarom ligt die hier en niet bv. langs de St.Annastraat; hij gaat toch naar Venlo?’ Het spoor is inderdaad uitgegraven, dat was eenvoudig te vinden met behulp van internet. Waarom de lijn juist hier langs de Groenewoudseweg loopt is een ingewikkelder verhaal. Het heeft veel te maken met de lijn naar Kleef.

In 1865 is de spoorlijn naar Kleef aangelegd. Nijmegen zat nog opgesloten binnen de wallen en volgens de vestingwet mocht de stad niet buiten zijn wallen bouwen. Maar een rails leggen naar Kleef, dat kon nog net. Voor het tracé van die spoorlijn is gekozen voor een meer vlak stuk terrein in de richting van Kleef, enigszins parallel aan de weg naar Groesbeek en kruisend de Groenewoudseweg. Het vinden van een dergelijk vlak stuk is nog niet zo gemakkelijk in de helling vanaf de stuwwal. De Groenewoudseweg ligt op een klein stuk van de brede ‘spoelzandwaaier’ of ook wel genoemd de ‘smeltwaterzandglooiing ‘– alleen om die naam zou je al op onze weg willen wonen. Die waaier is groot, strekt zich uit tot achter Lindeholt, tot de Maas. In die glooiing zit een knik die je nog kunt zien bij café Groenewoud; daar gaat de Postweg ineens behoorlijk omhoog. Ook op de d’Almarasweg bij de voetbalvelden van Orion zie je die stijging van het terrein. Onder aan de voet van die helling is de rails gelegd, op de hei, ongeveer waar nu de Willem Schiffstraat en de Witsenburg-selaan lopen. Verbeeld ik me dat of zien we links op de foto de bomenrij van de Groenewoudseweg? Het nog open veld aan beide zijde van het spoor betekent dat de foto met de stoomtrein genomen is vóór de eerste bebouwing in de jaren 1910-1920..
Het spoor eindigde vlakbij waar nu De Vereeniging staat (en liep voor het goederenvervoer nog even door naar de haven). Allemaal buiten de wallen en de verdedigingswerken. Nu begint bij de d’Almarasweg de lijn af te buigen naar het noordwesten en eindigt bij het huidige station. Die afbuiging is gemaakt eind jaren ’70 van de 19e eeuw. Door het opheffen van de vestigingswet mocht Nijmegen buiten de wallen gaan bouwen en de stad aansluiten op het landelijke spoorwegnet. In 1879 kwam de verbinding met Arnhem tot stand. Het station kwam in het verlengde van de spoorbrug te liggen.
Voor Kleef was het van belang om aansluiting te hebben op het Nederlandse spoorwegnet, dus moest de rails verlegd worden naar het nieuwe station. Ook Nijmegen had er baat bij als het oude tracé van het spoor Kleef-Nijmegen verdween en geen belemmering meer vormde voor nieuwe uitleg van de stad buiten de wallen. Er moest echter wel gegraven worden door het Hoogeveldt en het gebied van de Proosdij naar het nieuwe station, zo’n kleine 3 km. Dat is onze spoorkuil. Ik heb niet kunnen vinden of er op deze route door het smeltwater een geul was ontstaan. In 1878 is het project vanaf het station gevorderd tot de tweede brug (Annastraat). In een kranten-bericht in de Gelderlander van 20 jan 1878 wordt gesteld: De zandtrein kan nu doorlopen tot de tweede brug. Het te winnen zand uit de het gedeelte van de Annastraat naar de D’Almarasweg wordt voor een groot gedeelte gebruikt voor de ophoging van het terrein aan de noordzijde van de nieuwe spoorbrug over de Waal. In 1881 werd de verbinding per trein met Den Bosch en Tilburg gerealiseerd. De trein naar Venlo ging in 1883 rijden, door de spoorkuil en evenwijdig aan de rails naar Kleef, 7 km in totaal, totdat het spoor naar Kleef afbuigt naar Groesbeek.
Bron, Internet, De Spoorkuil in Bottendaal. Een geschiedenis,
Wim de Natris, mei 2014
De Gelderlander, trefwoord ‘spoorkuil’ (1875-1885)
Hans Wegman, De oude spoorlijn naar Kleef, Nijmeegs
Katern jg 30, febr.2016,no.1, pag 11