In de jaren 1912-1940 werden op de Groenewoudseweg tussen de huidige Molkenboerstraat en de huidige brug álle woonhuizen gebouwd. De Molkenboerstraat en de profes-sorenbuurt bestonden nog uit landerijen waar tarwe en rogge werden verbouwd. Waar en hoe deden de bewoners van de Groenewoudseweg hun boodschappen?
De dichtstbijzijnde winkels waren gevestigd aan de St. Anna-straat, links van het viaduct over het spoor. Je kon er terecht bij de bakker en de grootgrutter De Gruijter (het pand waar nu drukkerij en copyshop Luxor is gehuisvest). Voor de bewoners van de Groenewoudseweg was dat ‘ver weg’, want de brug in de Groenewoudseweg was er nog niet. Er werd wél volop thuisbezorgd. De bakker kwam langs met zijn hondenkar, een handkar waar onder de laadbak een trekhond was aange-spannen. De Gruijter bezorgde aan huis, de melkboer - die spoedig melkman ging heten - kwam elke dag trouw door de straat met zijn paard-en-wagen, evenals de groenteboer. Ook zag je in het straatbeeld de aardappelboer, de kolenboer, de schillenboer. Of de slager ook thuisbezorgde heb ik niet kunnen achterhalen maar waarschijnlijk kwam een slagers-jongen uit Brakkenstein met zijn slagersfiets (dubbele stang) aan de deur.
Met de bouw van winkels aan de Prof. Molkenboerstraat (tussen 1952 en 1955) kon je boodschappen doen ‘naast de deur’. Zo werd het ervaren. Er waren naast elkaar op de rij:
Een bakker (Van der Beld, later Loeffen, Schellens)
Een wijnhandel (Van Eenennaam - later Maarten de Jager in een ander pand)
Een slager (Nas, later Van Kempen)
Een sigaren- en sigarettenwinkel, tijdschriften (Pieters)
Een bloemist (Van Haaren)
Een kapper (Roelofs)
Een drogist (Jacobs)
Een schoenenzaak (Van Laarhoven)
Een groente-en fruitzaak (Holtes).Sommige winkels waren druk beklant. Bij de bakker, bij de slager moest je een nummertje trekken voor je beurt. Op zaterdagmorgen zag je kleine kinderen in de rij staan met een nummertje in hun hand, wachtend op moeder of vader die eerst even naar een andere winkel was.
De melkman kwam nog steeds langs met zijn ruime sortering melkproducten. Onze oudste zoon, 3 jaar in 1970, ‘hielp‘ ‘s morgens vroeg de melkman. Op de stoepjes bij de voordeur stond een ijzeren 6-gaats flessenrek met de bestelling. Vaak belde de melkman aan om de levering flessen, kartonnen vla, pakjes boter af te geven. Onze kleine zoon droeg hulpvaardig mee. Hij deed dat niet voor niets want bij elk voordeur werd hij beloond met snoep. Volgens ons, ouders, kreeg hij téveel. Wij hingen en bordje om zijn hals: ‘gelieve niet te voeren’. Sinds die dag at hij weer zijn bordje Brinta.
De wijkverkoper van Melkerij Lent was een gezien man in de buurt. De Gelderlander meldt op 30 october 1968 hoe P.Brinkman, de jubilerende melkbezorger die 40 jaar in dienst was als wijkverkoper, een bronzen én een gouden medaille krijgt uitgereikt plus nog een enveloppe met inhoud.
‘De grootste verrassing kreeg de jubilaris echter vanmiddag te verwerken. Toen kwamen namelijk vier dames van de Groene-woudseweg, zijnde een deputatie van de klantenkring van de heer Brinkman bij hem thuis een hele serie geschenken overhandigen als blijk voor zoveel dienstbetoon. Dat was onder meer een waardevolle platenbon, een reuze kist sigaren, een kostbaar haardketeltje en een mooie kamerplant. Reeds zaterdag hadden veel klanten de heer Brinkman al overladen met geschenken’. Mevrouw Brinkman kreeg een fraai boeket bloemen namens de ondernemingsraad.
In 1997 sloot Jan Jacobs, de drogist, zijn zaak aan de Molken-boerstraat. Hij verkocht de winkel aan Ahold. Dat karak-teriseert het einde van een periode: de kleine middenstand moest haar plaats afstaan aan de Supers, in onze buurt De Coöperatie. In de Molkenboerstraat zijn van de winkels alleen de bakker en de wijnhandelaar (en de kapper) nog gebleven.