Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-12-2019

Schrijpend

betekenis & definitie

Hervormd Nederland [snijdt] een probleem aan dat door Van Kooten en De Bie ongetwijfeld als ‘schrijpend’ zou zijn getypeerd: de erosie van normen en waarden op en vooral om het veld tijdens het pupillenvoetbal. (Algemeen Dagblad 9-12-1994).

Schrijpend is een van de wonderlijkste taalcreaties van Van Kooten en De Bie. Althans, het is wonderlijk dat dit woord het heeft gehaald. Het dateert uit 1974 en is een samentrekking van schrijnend en nijpend. Kees van Kooten heeft dit procédé heel vaak toegepast en doet het nog steeds, bijvoorbeeld in zijn columns in Humo. Een en ander heeft een paar nieuwvormingen opgeleverd die enige bekendheid genieten, zoals demonstructie en krommunicatie, maar de meeste zijn toch eendagsvliegen gebleken.

Schrijpend was voor het eerst te horen op 28 oktober 1974. Op een persbijeenkomst in hotel Krasnapolsky in Amsterdam maakten Van Kooten en De Bie toen de oprichting van het Simplisties Verbond bekend. Zij presenteerden zich als Heer Kooten en Heer Bie en hielden allebei een korte jaarrede. Heer Kooten maakte zich daarbij vooral druk over de beeldmerken van bedrijven in de dienstverlenende sector:

Alles wordt teruggebracht tot een beeldtaal van niks en niemendal, maar wel allemaal met zulke snorren lopen en kaal op het hoofd, maar het resterende haar tot op de schouders en maar de hele dag lekker in besprekingen zitten met aluminium koffers en dan eten en drinken en veel declareren en morgen zie je weer 100 vrachtwagens rijden en 1000 uithangborden hangen en 100.000 pakjes, potjes en blikjes en dozen staan met dezelfde op minimarginale afwijkingen na dezelfde verantwoord-modern-vormgegeven beeldmerken en beletteringen. Dat is een schrijpend voorbeeld van negatief creatief simplisme. En daar moet de mattenklopper overheen.

In de daaropvolgende uitzendingen van het Simplisties Verbond werd de standaarduitdrukking: ‘Dat is een schrijpend geval van negatief simplisme.’ Schrijpend werd daarbij scherp en nadrukkelijk uitgesproken, krassend bijna. Tot de eerste schrijpende voorbeelden van negatief simplisme behoorden overbodige hulpmiddelen in de keuken en het plan om het fietsachterlicht te vervangen door een reflector. Het woord werd gebruikt, zo verklaarde De Bie later, voor ‘iets wat schuurt, iets dat te erg was voor woorden, maar toch ook weer niet schrijnend genoeg’.

Vraag om je heen wie schrijpend kent en wat het betekent en je krijgt nul op het rekest. Eind 1990 legde het tijdschrift Man een lijstje met Van Kooten en De Bie-woorden voor aan de Amsterdamse taalkundige Riemer Reinsma, een gedegen verzamelaar van nieuwe woorden. Aangekomen bij schrijpend reageerde Reinsma met:

‘Hoe zegt u?’
Schrijpend, een combinatie van schrijnend en nijpend.

REINSMA:
‘Sja, dat is ook niet echt algemeen geworden hè. Wat dat betreft zijn er mensen die veel vruchtbaarder zijn op dit gebied. Marten Toonder bijvoorbeeld. Die heeft echt een groot aantal nieuwvormingen gemaakt. Bij Van Kooten en De Bie is dat minder duidelijk.’

Maar toch, in kranten komt schrijpend wel degelijk voor. Soms met een verwijzing naar de makers, maar meestal zonder. Zo schreef Het Parool in 1995: ‘Succes verzekerd, want op het grondgebied van de voormalige DDR floreren chagrijn en nijd, moet elke burger in staat worden geacht minstens een akte te vullen in een schrijpend drama.’ Twee jaar later schreef dezelfde krant: ‘De auteur [Peter Henning] vervalt niet in het schrijpend-jankerige proza dat andere dertigers ons opdringen wanneer hun herinnering zwelgt in de laatste fase van het Wirtschaftswunder.’

De NRC was eind 1997 nog explicieter. In een kunstrecensie schreef deze krant:
Schrijpend. Dat is het woord dat het best de sfeer aanduidt die regisseuse Carina Molier in haar nieuwe productie creëert. Verblindend wit licht is vanaf het toneel gericht op het publiek dat enigszins gedesoriënteerd naar de plaatsen wankelt.

Van Dale neemt een nieuw woord op als het drie jaar lang in het hele Nederlandse taalgebied voorkomt. Schrijpend viert dit jaar z’n 25-jarig jubileum. Het is weliswaar niet echt algemeen bekend, maar het voldoet ruimschoots aan de criteria voor opname in de woordenboeken. Dat moet er nu dus maar eens van komen.

Zie ook fijns.