Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-12-2019

Ik ben genoemd

betekenis & definitie

Weinigen geven zich dezer dagen zo bloot als Van den Berg. Er zijn er ‘die genoemd worden’ en die zelfs niet aan een onschuldig ‘kabinetje raden’ in deze krant willen meedoen. ‘De heer X. kan niet meedoen, hij is ministeriabel’, heet het dan in prof. dr. Akkermans-jargon via de voorlichter. (De Volkskrant 25-7-1998)

Je kunt ónmogelijk zeggen dat Van Kooten en De Bie de bedenkers zijn van de uitdrukking ik ben genoemd. Dat is een heel gewone Nederlandse zin, die in talloze situaties kan worden gebruikt. Maar zij zijn wel verantwoordelijk voor de lacherigheid die optreedt als deze uitdrukking wordt gebruikt bij politieke benoemingen of tijdens een kabinetsformatie. Dat is geheel te danken aan prof. dr. ir. Akkermans. De woorden ‘Ik ben genoemd, ja’ lagen hem in de mond bestorven. Hij sprak ze uit met een krakerige, hoog uitschietende stem, en hij mocht zichzelf graag herhalen: ‘Ik ben genoemd, ja, ik ben genoemd.’

In die politieke context komen we de uitdrukking regelmatig tegen, bijna altijd in gezelschap van Akkermans. Zo schreef de Volkskrant in augustus 1994, onder de kop ‘Dick Meys genoemd als minister van Financiën’:

Meys ontwikkelde zich tot een prof. mr. dr. Akkermans avant en een Joop Zoetemelk après la lettre. Hij werd genoemd, vooral als nieuwe voorzitter van de raad van bestuur, maar daar bleef het bij. Tweede man, verder kwam hij niet.

In april 1996 schreef dezelfde krant:

Saskia Stuiveling is de professor Akkermans van Den Haag. Ze wordt genoemd, aanhoudend. Ze zou zeer geschikt zijn geweest als PvdA-minister, in het kabinet Lubbers III of het huidige kabinet-Kok. Ze werd genoemd als commissaris van de koningin in zowel Noord- als Zuid-Holland. Vandaag wordt ze ook weer genoemd; er moet een opvolger van Klaas de Vries komen als voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Ze moet erom lachen. ‘Als voorzitter van de VNG werd ik de vorige ronde ook al genoemd, want zo lang zit Klaas de Vries er nog niet.’

En het Algemeen Nederlands Persbureau schreef eens:

Ten overvloede ontzenuwde Opstelten dinsdag nogmaals dat hij ‘in’ zou zijn voor een ministerspost. De afgelopen dagen werd hier en daar zijn naam genoemd voor Binnenlandse Zaken, het departement waar hij voor zijn benoeming in Utrecht topambtenaar was. Opstelten, koud twee jaar burgemeester van de Domstad, sprak dinsdag van een ‘Akkermans-effect’. ‘We hebben een klein landje, dus iedereen wordt weleens genoemd.’

Akkermans en genoemd worden liggen inmiddels zo dicht bij elkaar, dat toen de NRC onlangs in een prijsvraag vroeg om een goede Nederlandse tegenhanger van het Engelse woord name-dropping, iemand akkermansen verzon. Omdat prof. dr. ir. Akkermans vooral zichzelf noemt, en zelden anderen, won deze inzending niet, maar de jury vond het zo’n mooie vondst dat ze haar met een troostprijs beloonde. Zie ook Akkermans.