Utopistisch betekent zich vanuit het heden inzetten voor een betere toekomst. Utopistisch handelen op het gebied van klimaatverandering houdt bijvoorbeeld in dat we consuminderen en samen met anderen duurzamer gedrag ontwikkelen.
Klimaatverandering is geen natuurramp die ons overkomt, maar een fenomeen dat door de industrialisatie is veroorzaakt. De mondiale gevolgen dwingen het globale Noorden om in te leveren en de schuldige nalatigheid tegenover het globale Zuiden te erkennen. Ondanks de gefragmenteerde en multipolaire wereld, zal er onder institutioneel gezag van een VN-orgaan een klimaat-solidariteitscultuur ontstaan. Klimaat-solidariteit richt zich op wederzijds eigenbelang, uitruilen van vrijheden en proportionaliteit. Energieopwekking, delfstoffenwinning, waterhuishouding, afvalverwerking, migratie en natuurbescherming vallen onder zo’n cultuur.
Klimaatverandering raakt onze levensstijl, en daarom moeten we leren ascetisch of soberder te leven (consuminderen). Minder consumentisme leidt tot meer onderlinge verbondenheid. Op termijn is een utopistisch geïnspireerde klimaat-ideologie nodig. Hoe belangrijk klimaat-technologieën ook zijn, ze moeten in de toekomst tot het publieke domein behoren en wereldwijd beschikbaar zijn. Eurocentrisme is onverenigbaar met een utopistische wereldorde, die sociaal, mondiaal en pluriverseel is.
De levensruimte voor mens en dier krimpt, en het nieuwe normaal zal een balans tussen mens en natuur moeten vinden. Voor wereldwijde duurzaamheid zijn supranationale besluiten nodig over demografische ontwikkelingen, basisinkomens, natuurrechten, arbeidsmigratie, en voorzieningen zoals onderwijs, basale gezondheidszorg en openbaar vervoer.
Klimaat-utopisme wil het antropoceen niet omvormen tot Thomas More’s paradijs op aarde of Marx’s klasseloze maatschappij. Utopistisch nadenken over de aarde betekent dat diverse samenlevingen zich een wereldomvattende cultuur van klimaat-solidariteit eigen maken. De contouren van dit noodzakelijke proces worden langzaam zichtbaar.