Jannes H Mulder

Jannes H Mulder (2024)

Gepubliceerd op 05-03-2023

Religieus geweld

betekenis & definitie

Religieus geweld is geweld mede op basis van religies en godsdiensten. Op godsdienst geïnspireerde gewelddadigheid. Religieus terrorisme is door politici geschaakt geweld dat haat, wraak en strijdvaardigheid ondersteunt en de gewelddadige strijd extra kracht geeft.

Politieke machthebbers maken van religies gebruikt door godsdienst instrumenteel in te zetten om vijandsbeelden te creëren, gemeenschappen te polariseren en strijders te rekruteren (Boko Haram). Religie als surrogaat van etniciteit, cultuur, economische positie en gender (verkrachting of steniging als wapen). Zorgt voor exacerbaties van conflicten in bijvoorbeeld Ivoorkust, Nigeria, Liberia, Soedan en Kongo. Accentuering van eigen geloofsovertuiging geeft extra identiteit en maakt bijvoorbeeld het Israëlisch-Palestijns conflict schijnbaar onoplosbaar.

Krijgsheren gebruiken religieuze leiders (de traditionele hoeders van weerloze vrouwen, kinderen en ouderen) als middel om hun doel (=meer politieke macht) te bereiken. Kerk als speelbal van politiek. Godsdienst maakt van een oorlog een Heilige Oorlog waarbinnen ontheiliging van gebedsruimten en afbraak van begraafplaatsen besmettelijk zijn. Het bloed van martelaren is het zaad van de kerk dus hoe meer eigen religieuze strijders sterven, des te beter voor de krijgsheren van het land (IS).

Onder druk en uit lijfsbehoud liften godsdienstige leiders vaak met oorlogszuchtige politici mee. Medeplichtig (moeten zich concentreren op hun volgelingen die binnen hun families strijders hebben) en in bescherming genomen door strijders (patronage) maken zij vuile handen (kanon zegenen). Als 'burgemeesters' in oorlogstijd (priesters aan het front) belanden zij in loyaliteitsconflicten (paramilitairen in hun kerk verstoppen). Dikwijls valt hun kerk uiteen, ontstaan afsplitsingen en gaat religie ondergronds.

De betekenis van religie voor geweld en terrorisme is dat religie hoogstzelden dé oorzaak van het kwaad is. Kruistochten maakten van gelovigen strategisch gebruik en godsdienstoorlogen blijken bijna nooit puur godsdienstig van aard. Verzet tegen religieus geweld vraagt een politieke, minder een godsdienstige benadering.