Jannes H Mulder

Jannes H Mulder (2024)

Gepubliceerd op 22-09-2022

Lelijk

betekenis & definitie

Lelijk is de sensatie iets niet te willen zien of niet te willen horen (muziek, schilderij, gebouw, lichamelijke wond). Lelijk kan ook een negatieve oordeel uitdrukken. Behalve artistieke en lichamelijke lelijkheid kunnen ook abstracties ‘lelijk’ zijn.

Het smakeloze schilderij, kitscherige fotografie en niet aan te horen muziek, per definitie komt artistieke lelijkheid overeen met NIET MOOI. Lelijke kunst is vaak ook betekenisloos, irrelevant, niet aansprekend, mag weg. Lelijkheid van figuratieve kunst en van muziek sluit de rijen van critici, kan medestanders verenigen en kunstenaars breken. Beeld en geluid kunnen als lelijk worden ervaren. Smaken en geuren die lelijk zijn, bestaan niet. Die zijn vies.

Lichamelijke lelijkheid werkt anders Littekens in het gezicht, de gebochelde figuur, obscene vetzucht en een oerlelijk iemand, dit soort van lelijkheid wisselt per cultuur, tijd en plaats. Mismaaktheid en het afwerende gebaar gaan vaak samen (omdraaien, weglopen). Soms zijn gênant lelijke lijven zowel afstotend als aantrekkend. Afkeer en nieuwsgierigheid mengen zich, kunnen tot pervers voyeurisme leiden.

Behalve artistieke en lichamelijke lelijkheid kunnen ook abstracties ‘lelijk’ zijn. Een ‘lelijk’ karakter of ‘lelijke’ gedachte houdt een quasi-moreel oordeel in (= slecht, fout, incorrect, stom, onaangenaam, abnormaal). Een lelijke abstractie drukt een moreel-geladen, een politiek oordeel uit. Zogenoemde lelijke kunst had een impliciete politieke opvatting over de wereld (Entartete Kunst, Sjostakovitsj). Hedendaagse critici spreken van een zucht naar lelijkheid en van ‘verlelijking’ van de architectuur en van het landschap. Anderen van het verlies van wat eens mooi was, ooit heilig of sacraal is geweest (uglification).

Lelijk = niet mooi. Lelijk is echter een steeds politieker begrip geworden. De wereld zou zelfs aan lelijkheid ten onder gaan. LELIJK vraagt om specificatie, nuancering en verheldering. Lelijk, lelijkheid en ‘verlelijken’ dreigen anders betekenisloos te worden.