Fantasma is het fantasiebeeld dat plotseling iemands leefwereld verandert. Bijvoorbeeld het onverwacht zien van het eigen overlijden, onverhoeds verliefd worden, of onvoorzien een goddelijke stem horen.
Fantasma's overvallen ons. Ze kunnen opduiken tijdens het lezen van een roman, flaneren door de stad of gedurende een gebedsdienst. Behalve passief kunnen fantasma's ook actief worden opgewekt. Dit kan gebeuren via een charismatische politicus met zijn gefantaseerde werkelijkheid, een begoochelende prediker met zijn hemelrijk, de utopistische wereld van een gezaghebbende ideoloog, of een betoverende trickster.
Fantasma's bieden een tijdelijke ontsnapping aan de werkelijkheid, een leven in een schijnwereld. Een baby kan zich verliezen in een spelletje kiekeboe, terwijl flirtende jongvolwassenen betoverd raken door een hand op een knie. Fantasiebeelden kunnen ook worden opgeroepen door flarden van klanken, beelden of geuren. Kortdurende betoveringen, gedachtespinsels of hersenschimmen kunnen een vonk doen overspringen.
Ons bewustzijn kent subliminale angsten en verlangens die wachten op cognitieve manipulatie van de tot dan toe nauwelijks erkende werkelijkheid. Een moment leven in fantasie. De interactie tussen object en subject kan een fantasma doen ontstaan, bijvoorbeeld bij het zien van een vergeelde foto. Een sluimerende gedachte materialiseert zich in een schijnwereld waarin wij een ogenblik geloven.
De betekenis van een fantasmatische ervaring ligt in de afstand die iemand kan of soms moet nemen van wie hij eigenlijk niet is. Het onderkennen van illusie en werkelijkheid - het breken van het fantasiebeeld - kan leiden tot zelfoverwinning en soms tot catharsis.