Jagersvereniging

Artikelen van de Jagers Vereniging

Gepubliceerd op 27-04-2016

Vos

betekenis & definitie

Vossen komen voor in bosrijke gebieden, parklandschappen, heide en venen, duinen, polders en landbouwgebieden. Eigenlijk zijn ze overal waar voedsel en dekking te vinden is, en waar een hol gegraven kan worden. In moerasgebieden zijn ook bovengrondse bouwen bekend.

De vos is voornamelijk een schemer- en nachtdier. Ze leven in familiegroepen waarbij vooral de vrouwtjes een gezamenlijk territorium delen.

Vossen eten knaagdieren, konijnen, hazen, vogels, regenwormen, kevers, eieren, aas en afval. Ook bosvruchten en valfruit maken deel uit van hun menu. Bij overvloedig aanbod kan een deel verstopt worden en wordt teruggevonden door middel van herinnering en geur.

De toename van de omvang van de vossenpopulatie alsmede het verspreidingsgebied komt ook tot uitdrukking in het afschot. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw werden er ca. 8.500 vossen geschoten. In het seizoen 2007/08 bedroeg dat aantal naar schatting 19.475. De sterke terugval van het afschot in de periode 2002- 2005 is een gevolg van wetswijziging. Met ingang van de Flora- en Faunawet in 2002 behoort de vos niet langer tot de wildsoorten. Afschot is vanaf dat moment alleen mogelijk op basis van vrijstelling of ontheffing. In een aantal provincies zijn ter bescherming van grondbroeders en ter voorkoming van schade aan pluimvee in beperkte mate ontheffingen verstrekt voor het doden van vossen. Soms waren die ontheffingen evenwel maar van korte duur vanwege bezwaar- en beroepsprocedures. In 2006 heeft de minister van LNV de vos op de landelijke vrijstellingslijst geplaatst. Dit betekende dat vossen weer vrij konden worden geschoten, mits toestemming van de grondgebruiker. Ook het gebruik van inloopkooitjes was daarmee toegestaan. Bovendien werden er door verschillende provincies lokaal ontheffingen verstrekt voor het gebruik van kunstlicht.