Jagersvereniging

Artikelen van de Jagers Vereniging

Gepubliceerd op 27-04-2016

Ree

betekenis & definitie

Reeën hebben een voorkeur voor bebost gebied, afgewisseld met akkers en weilanden. Vooral kleinschalige landschappen op de zandgronden kunnen hoge dichtheden herbergen omdat er veel dekking en voedsel is.

Daarnaast is er in open landschappen in laag-Nederland sprake van zogenaamde veldreeën. Dit zijn reeën die hun leefgebied hebben in poldergebieden en veenweidegebieden.

Reeën leven in het voorjaar en de zomer, met uitzondering van de geit en haar kalveren, min of meer solitair, maar in de wintermaanden verzamelen ze zich in sociale groepen (sprongen) van geiten, bokken en jonge dieren. In de voortplantingstijd vallen sprongen weer uiteen. Het zijn vooral schemerdieren die foerageren in wei- en akkerland. Overdag rusten en herkauwen ze in de dekking.

Het dieet van reeën bestaat uit kruiden, grassen, knoppen en loten van struiken en bomen, bladeren, paddenstoelen, maar ook landbouwgewassen zoals bieten en aardappelen. In de winter eten ze ook droog gras, klimop, knoppen en eenjarige twijgen van zowel loof- als naaldbomen.

Reewild komt in alle provincies van Nederland voor. Dat is niet altijd zo geweest. Van oorsprong kwam het meeste reewild in Oost- en Zuid- Nederland voor, op de drogere zandgronden. In de beste biotopen kunnen reeën hoge dichtheden bereiken, tot wel 20 stuks per 100 hectare. Meestal ligt dit aantal lager.