JAN WOUWERMAN, zoon van PAULUS WOUWERMAN, Kunstschilder te Haarlem, en broeder der twee WOUWERMANS, die in de volgende Artikelen zullen vermeld worden, wierdt gebooren te Haarlem, eene Stad, vermaard als de wieg en bakermat ven de voornaamste Kunstenaaren, welke eenig Gewest of Stad heeft voortgebragt. Tot onderwijzer hadt hij zijnen Vader, onder wiens geleide hij zich voornaamlijk, op het landschapschilderen toeleide.
Bij de kunstkundigen HOUBRAKEN ontmoeten wij, aangaande de manier van schilderen van onzen JAN WOUWERMAN, de volgende aanteekening: “Te Haarlem (aldus laat hij zich hooren) bij L. VAN DER VINNE, heb ik een van zijne penseelwerken gezien, ’t geen een bergachtig Landschap verbeeldde. Voor aan was een bruine voorgrondt, met ruijchte en onbesnoeijdt geboomte beplant, waar tegen zich ’t verschiet klaar en helder gedaagt, als in een lage valeij, vertoonde. De voorgrondt inzonderheijt was geestig, brokkeligh, en in de eijge kleur geschildert, als men dezelve bij PHILIP (HOUBRAKEN doelt hier mede op den broeder van JAN, van welken wij vervolgens zullen spreeken) in zijnen vroegen tijdt ziet, toen hij de gronden wat eenkleuriger schilderd, dan naderhant.” Uit dit berigt van HOUBRAKEN, welken, inderdaad, in dit slag van onderwerpen, de eere van een bevoegd Regter te zijn, niet kan ontzegd worden, hebben zommigen het gevolg afgeleid, dat JAN WOUWERMAN in de kunst het zeer verre zou gebragt hebben, indien niet, tot groot nadeel der edele schilderkunst, in den opgang zijner kunstoeffeninge, de dood hem hadde weggerukt. Van hier dat men, in de Verzamelingen der Kunstminnaaren, zelden de gewrogten van zijn veelbeloovend penseel ontmoet. JAN WOUWERMAN overleedt in den Jaare 1666.Zie A. HOUBRAKEN, Schouwburg der Nederlandsche Kanstschilders.
