in de beroerde Leicestersche Factie, in den Jaare 1586, een der Regeeringsleden binnen Utrecht, welke voor het gezag van PROUNINK moesten onder doen. Na dat hij, nevens anderen, uit die Provintie gebannen was, namen hem de Staaten van Holland in bescherming, en gaven hem zelfs vrijheid, de schade, hem aangedaan, te verhaalen, op hun, die ’er oorzaak van waren.
Zie BOR, XXL Boek, bl. 40.