Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 19-04-2022

FLORISZE, PIETER

betekenis & definitie

een man, die verdiende beter gekend te worden, dan wij in staat zijn hem te leeren kennen. Hij was een van die of weinigen, die niet door geboorte, maar enkel door zijne verdienden zig eenen naam gemaakt heeft. Dus Zijn het alleen zijne daden, die wij kunnen verhaalen

FLORISZE of FLORISZOON beschouwen wij dan eerst in de hoedanigheid van Schou bij'Nacht, ten diende deezer Landen, in die benarde tijden, toen men helden, als uit het stof, zag ten voorschijn komen, en die de aanzienlijke posten, welke zij bekleedden, niet verschuldigd waren aan hunnen Adeldom, maar alleen aan ware verdienden, waar door zij den Adeldom aan hun Geslacht schonken.

De oorlog, tusschen de Engelschen en Hollanders, in het Jaar 1651, zo ongelukkig aangevangen als ontrouw op den hals der Nederlanders geschoven, had eenen bioedigen en zeer nadeeligen voortgang en einde. De Engelschen vochten, volgens hunne gewoone trotschheid, om het recht van de Zee, en de Nederlanders, volgens hunne aangeboorene dapperheid, om de vrije vaart op dezelve. Op den laatsien Februarij van dat Jaar, en de twee volgende dagen gebeurde de vermaarde Zeeslag, bij Portland, tusschen TROMP en BLAAKE, waar van de omstandigheden op het Art. TROMP vermeld zullen worden. Hier zeggen wij alleen, dat PIETER FLORISZE, in dien dag, een geruimen tijd, in een bloedig gevegt was, tegen zes Engelsche Schepen; waar van TROMP hem ontzette. De belooning, welke hij, van de Staaten, voor zijne betoonde trouw en dapperheid genoot, bestond in een geschenk van 1220 guldens.

In het volgende Jaar was hij tegenwoordig in den Scheepstrijd bij Katwijk, die TROMP het leven kostte. FLORISZE had daar bij de achterhoede. Hem en den Vice-Admiraalen DE WITTE en de RUITER gelukte het, eene zeer aanzienlijke Vloot Koopvaardijschepen in en uit de havens van het Vaderland te geleiden. Voor deezen en andere diensten, aan zijn Vaderland beweezen, werd hij, in het Jaar 1653, door de Admiraliteit van het Noorderkwartier, verheeven tot den rang van Vice-Admiraal. In deeze waardigheid werd hij, in het Jaar 1656, benevens den Luitenant Admiraal OBDAM, en den Vice-Admiraal de RUITER, met een Vloot van veertig Schepen, naar de Oostzee gezonden, om Dantzig, indien het werd aangetast, te beveiligen, en den Koophandel op de Zond te beschermen; ’t welk onze vermaarde Zeehelden ook gelukte.

Den 18 van de maand October, in het Jaar 1658, liep de Vice-Admiraal PIETER FLORISZE, met de Hollandsche Vloot, in Zee; doch liet, op dien togt, in den Zeeslag, tegen de Zweeden dapper strijd ende, nevens zijnen Kapitein en 36 Matroozen, heT leeven. Zijn lijk werd, met dat van den Vice-Admiraal DE WITTE, waar aan de Koning van Zweeden alle eer deed bewijzen, naar Holland gevoerd; dat van PIETER FLORISZE, met veele staatsie te Hoorn ter aarde besteld, en, door ’s Lands Staaten, aan zijne erfgenaamen een geschenk toegelegd, van 3000 guldens, om daar voor een Grafstede van marmer, of ander gedenkteken opterigten. Men ziet het nog heden, in de Groote Kerk te Hoorn , waar in ziin stoffelijk overschot een Jaar na zijn overlijden, geplaatst werd. Men leest daar ep de volgende regels.

PIETER FLORISZOON.

Die als een Held, den Brit, den Portugeesch, den Zweedt

Voor Britland, Portugal, en in de Zond bestreedt;

Die Koppenhaven hielp ontzetten, door zijn kiel,

Rust hier, de Hemel is de haven van zijn ziel.

Geschoten en gestorven den 8 November, in het Jaar 1653. ‘s Mans afbeelding gaat, opmeer dan ééne wijze, in prent uit.

Zie Leven van TROMP; DE RUITER; der Nederlandsche Zeehelden; Historie van Enkhuizen, enz.

< >