met welk verschil deze naam, door de Hollanders en Gelderschen, geschreeven word, door hun, die afstammelingen van dit aanzienlijk geslacht (uit Braband afkomstig) waren. Het wapen van DIBBETS vindt men nog te Arnhem, en te Amsteldam aan het O. [i]Z.
H. Zittenhuis.[/i] De afkomst der DIBBETSEN is wel duister, doch niet hunne bedrijven, die men, in ’s Lands gedenkschriften, vindt aangetekend, en waarvan met roem gesproken wordt in ’t Geldersch Placaatboek, bij SLIGTENHORST, Geldersche Geschiedenissen, en ook in MONTAnus, Leven van Fredrik Hendrik.Aldaar vindt men gemeld, hoe, in het jaar 1629, op bekomen bericht van de nadering der vijanden, DERK DIBBETS, op den 13den van de maand, met dertig Burgers, de Stad uittoog, ter bescherming van de Schans te Ysseloord. Ondervindende dat de tijding echt was, schoon de duisternisse hem belette, de nadering der vijanden te zien, zo ontdekte hem zulks het gedruis der wagens en paarden. Zeer omzichtig gedroeg zig DIBBETS in dien toestand der zaaken. Straks deed hij de Ponten in den grond booren, belastte den Uitlegger, bemand met zeven Soldaaten, de musketten los te branden, ten teken dat zij op hunne hoede waren, en aan de Tamboers van het Burgervaandel, onder Hopman DIBBETS VAN DICHTEN, in het holst van den nacht daar aangekomen, de Schotsche en Engelsche Mars te slaan; dit geschiedde, met oogmerk om de Spaanschen te doen denken, dat die natie den overkant bezet hield; welke list; hem, in dat gevaarlijk tijdstip, zeer wel gelukten. Want de vijand, hoewel door een Priester, met den avond uit Arnhem gegaan, onderricht, dat ‘er geene Bezetting in de Schans lag, mistrouwde, echter, zig zelven, zakte af naar Dork, en deed zig vandaar, met kleine schuitjes, die hij op wagens medegevoerd had, overvoeren. Aldus werden, door de stoutmoedigheid van Burgemeester DIBBETS, de Schans, Arnhem en de gantsche Veluwe, van de vijanden ontruimd.
Van den Hollandschen Tak van dit Geslachte, die zig te Dordrecht, in Amsteldam, en ook in Zeeland, heeft neergezet, vindt men, onder de Dordrechtsche Kerkleeraars, vermeld JOHANNES DIBBETS, die, in 1596, van Reijderland beroepen, en aldaar, in 1626, overleeden was; HENDRIK DIBBETS, zoon van JOHANNES, aldaar beroepen, uit den Briel, in 1633, en overleden 1673; wordende, in dat zelve jaar, aldaar beroepen JOHANNES DIBBETS, die zijnen vader, eerst in den Briel, en daarna te Dordrecht, opvolgde.
Van HENDRIK DIBBETS wordt verhaald, dat hij zig, in het jaar vóór zijnen dood (1672), sterk zoude beijverd hebben, tot de aanstelling van WILLEM DEN DERDEN als Stadhouder. WAGENAAR, in zijn XIV. Deel, p. 73 en 74. zegt: „in eene aantekening van dezen tijd, lees ik, dat de Predikant, HENDRIK DIBBETS zekeren Wijnkooper, en, door dezen, nog tien of elf anderen, bewoogen had, om, bij eede, te belooven, dit zij den Prins niet ter Stad uit zouden laaten gaan, voor zij verzekerd waren, dat hij voldoening ontvangen had van de Wethouderschap, en dat het deeze luiden waren, die ’s Prinsen Koets tegen hielden, en Burgemeester HALLINGK, zittende nevens zijne Hoogheid, met den geladen, snaphaan op de borst, afvraagden, of men den Prinse voldoening gegeeven had; dat de Prins hierop zelde: mannen het zal wel gaan; voorts verzoekende, dat men hem tot aan de Herberg de Paauw, daar bij gegeeten hadt, wilde laaten voortrijden. Dat, den Prins en de Heeren in de Herberg getreeden zijnde, de voorgemelde luiden, en nog omtrent twintig anderen, aangezet door den Predikant DIBBETS, eenen nieuwen eed deeden, dat zij niemant der Wethouderen, uit de Herberg, zoude laaten komen, zonder hem den hals te breeken, ten ware hij tot ’s Prinsen bevordering gestemd en getekend hadt.”
VALKENIER, in zijn Verward Europa, I. Deel, p. 681, voegt hierbij, dit DIBBETS en VERCHEM, twee der Stads Predikanten, tegenwoordig waren bij het ontslag van den Prins van 't Eeuwig Edict.
De Geldersche tak van dit Geslacht, is, in het manlijk oir, met een’ ongehuwden zoon, geheel uitgestorven; zijnde de laatste daarvan geweest REINIER DIBBETS, Koopman, Ouderling en Regent van het O. Z. H. Zittenhuis, den 20sten Mei 1716, te Amsteldam overleeden.