geboren te Arnhem, was Pastoor te ’s Hertogenbosch, en wordt, van V. ANDREAS, om zijne grondige kennis in de Latijnsche en andere taalen, en om zijnen vlijt voor de zaak van den Godsdienst, ten hoogden gepreezen, als hebbende zelfs ten tijde der Hervorminge veel smaads daarom geleden.
De menigvuldige schriften, door BROEKELAAR, ter verdediginge van de leere der Roomsche Kerke, geschreeven, vindt men bij gemelden VALERIUS gemeld.Zie Oudheden van Utrecht, III. Deel.