Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BRASSER, GOVERT

betekenis & definitie

bekleedde, in het jaar 1634, van wegen dezen Staat, het charakter van buitengewoon Afgezant aan het Hof van Engeland, ter bemiddeiinge van de ontstaane onlusten, over de zaaken in Amboina. Ik twijffel of deze beiden, JOOST en GOVERT, niet behooren tot de BRASSERS, die in Delft een aanzienlijken rang bekleed hebben. In 1504 overleed aldaar WILLEM JANSZ DE BRASSER, op wiens grafzerk in de Oude Kerk aldaar men ook genoemd vindt, VINCET BRASSER, Priester; LIVINA BRASSER, Huisvrouw van den Heer en Mr.

ADRIAAN VAN COOLWIJK. Verder, GOVERT WILLEMSE BRASSER, Burgemeester der Stad Delft, en Hoog Heemraad van Delfland, overleed Ao.1600. DIRCK WILLEMSE BRASSER, obiit 1638 en ook Juffr. GEERTRUIJ BRASSER, Huisvrouw van JULIUS VAN DER CHIJS.

< >