Gepubliceerd op 28-04-2019

Bel — klok — schel

betekenis & definitie

Een hol, metalen voorwerp, dat klank geeft, wanneer de daarin bevestigde klepel tegen het metaal slaat. Eene klok is meestal vrij groot van omvang en heeft de gedaante van een stompen kegel, die van onderen open is.

De schel is een kleiner klokvormig werktuig, waarin een klepel aangebracht is, die door aanraking der wanden geluid veroorzaakt; de bel is eigenlijk rond en klinkt door losse, daarin rammelende stukjes metaal. Een kinderbel (rammelaar), een narrebel. Deze onder-scheiding wordt echter weinig in acht genomen. In verschillende plaatsen beslist het gebruik. De Rotterdammer b.v. spreekt altijd van bel; schel behoort daar tot den deftigen stijl. Zoo zegt men: de kat draagt een band met belletjes en de koeien op de bergen in Zwitserland hebben harmonisch gestemde klokjes aan den hals.