Gepubliceerd op 30-04-2019

Aanstonds—aldra—binnenkort—dadelijk—dra—eerlang—gauw—haast—in een ommezien—onmiddellijk—onverwijld—oogenblikkelijk—ras—spoedig—straks—terstond—vlug—weldra—welhaast—zóó—op staanden voet

betekenis & definitie

Al deze woorden geven te kennen, dat eene of andere gebeurtenis van een gegeven tijdpunt óf door nagenoeg geen, óf slechts door een betrekkelijk kort tijdsverloop gescheiden is. Aanstonds, dadelijk, straks, terstond, zóó, onmiddellijk, onverwijld, oogenblikkelijk, op staanden voet duiden het kortste tijdsverloop aan, en veronderstellen, dat het bedoelde werkelijk zal of moet plaats hebben.

Aanstonds en nog meer terstond geven te kennen op dit eigen oogenblik. Straks wijst op eenige, ofschoon geringe, tusschenruimte. Dadelijk en op staanden voet komen het meest met terstond overeen, maar zijn gemeenzamer en vooral het laatste gebiedender. Dezelfde kracht als terstond hebben ook onverwijld (dat meer in hoogeren stijl voorkomt), onmiddellijk, oogenblikkelijk. On¬verwijld geeft te kennen, dat er geen uitstel plaats heeft, onmiddellijk dat er niets tusschen beide geschiedt, oogenblikkelijk, dat de zaak op hetzelfde oogenblik voorvalt. Zóó geeft te kennen, dat iets geschieden zal onmiddellijk na den afloop van iets anders, dat nu geschiedt, doch dat nog maar kort duren zal.

Binnenkort, weldra, spoedig, gauw, eerlang, dra, aldra, haast, welhaast en ras duiden een langer tijdsverloop aan, maar dat toch altijd betrekkelijk kort blijft. In de spreektaal worden alleen de vier eerste gebruikt. Gauw is hetzelfde als spoedig, doch minder deftig. Binnenkort duidt een korter tijdsverloop aan dan weldra en het laatste weer een korter dan spoedig en eerlang. Dra en aldra zijn hetzelfde als weldra, doch worden minder gebruikt.

Haast, welhaast en ras zijn dichterlijke synoniemen van spoedig. Spoedig en gauw hebben niet alleen betrekking op den tijd waarin, maar kunnen ook slaan op de snelheid waarmede eene handeling verricht wordt. In deze opvatting zijn zij van gelijke beteekenis als fluks, gezwind, haastig, ijlings, schielijk, die alle het denkbeeld met spoed met meer of minder kracht uitdrukken. In een ommezien geeft te kennen dat er als ’t ware niet meer tijd voor iets noodig is, dan voor het omwenden van het hoofd. In een ommezientje ben ik bij u.