- Tot op de draad versleten zijn (spreekwoord)
- Tot op de huidige dag (spreekwoord)
- Tot over de oren (spreekwoord)
- Tot over de oren . . (spreekwoord)
- Tot over de oren in de schuld zitten (spreekwoord)
- Tot over de oren verliefd zijn (spreekwoord)
- Tot overmaat van ramp (spreekwoord)
- Tot stof weergekeerd zijn (spreekwoord)
- Tot universeel erfgenaam benoemd worden (spreekwoord)
- Tot vlees van honden tanden van doggen (spreekwoord)
- Tot werkloosheid gedoemd zijn (spreekwoord)
- Tot zijn oude (eerste) liefde terugkeren (spreekwoord)
- Tot zijn penaten terugkeren (spreekwoord)
- Tot zijn uitbraaksel weerkeren (spreekwoord)
- Tot zijn vaderen verzameld worden (spreekwoord)
- Tota res vacillat et claudicat (spreekwoord)
- Tota via erras (spreekwoord)
- Toto (afkorting)
- Totus mundus agit histrionem (spreekwoord)
- Toujours maar weer aan (spreekwoord)
- Tozo (afkorting)
- Tr. (afkorting)
- Traag aan de beurs en rap aan de hoed kost weinig en doet veel goed (spreekwoord)
- Traag gereden is vroeg thuis (spreekwoord)
- Traag van begrip zijn (spreekwoord)
- Traag zijn gelijk ene slek (spreekwoord)
- Trachten in eens anders fuiken te vissen (spreekwoord)
- Trachten naar iets gelijk ene snoek naar het water (spreekwoord)
- Trafo (afkorting)
- Tram. (afkorting)
- Trammelant maken (spreekwoord)
- Tranen met tuiten huilen (spreekwoord)
- Tranen van vrouwen, hinken van honden en de oostenwind duren geen drie dagen (spreekwoord)
- Tranenbrood eten (spreekwoord)
- Tranquillas etiam naufragus horret aquas (spreekwoord)
- Trans. (afkorting)
- Trans.b (afkorting)
- Trans.b. (afkorting)
- TranspR (afkorting)
- Trap het koren niet plat om een klaproos te plukken (spreekwoord)
- Trappelen van ongeduld (spreekwoord)
- Trb. (afkorting)
- Trb. o/Trbl (afkorting)
- Trb. o/Trbl. (afkorting)
- Trek eens een bolhenne de staart uit (spreekwoord)
- Trek het touwtje niet te stijf, of ge krijgt het eind in de hand (spreekwoord)
- Trek uw duim weg, eer de klink valt (spreekwoord)
- Trek uw schoenen niet uit in een meloenenveld (spreekwoord)
- Trek uwe schoenen niet uit in een meloenenveld (spreekwoord)
- Trekken als een zeilsteen op ijzer (spreekwoord)
- Trekt men één varken bij de staart, dan schreeuwen zij allen (spreekwoord)
- Trekt niet aan dat touw (spreekwoord)
- Trema (afkorting)
- Trema-rapport (afkorting)
- Trev. (afkorting)
- Tria verba non potest iungere (spreekwoord)
- Trib (afkorting)
- Trib. (afkorting)
- Trib. Civ (afkorting)
- Trib. Civ. (afkorting)
- Trib. Gr. Inst (afkorting)
- Trib. Gr. Inst. (afkorting)
- Trillen als een espeblad (spreekwoord)
- Trillen als een juffershondje (spreekwoord)
- Trin. (afkorting)
- Triomfen vieren (spreekwoord)
- Tris (afkorting)
- Trn. (afkorting)
- Tromb. (afkorting)
- Tromp. (afkorting)
- Troost je maar (spreekwoord)
- Troost u met de apostel Gerrit: die is het ook overkomen (spreekwoord)
- Trotyl (afkorting)
- Trouw is lichter dan een pluim (spreekwoord)
- Trouw moet blijken (spreekwoord)
- Trouwen in het hooi is mooi, maar trouwen in de kerk is eeuwig werk (spreekwoord)
- Trouwen is beter dan branden (spreekwoord)
- Trouwen is geen kinderspel - die getrouwd zijn weten ’t wel! (spreekwoord)
- Trouwen is goed - niet trouwen beter (spreekwoord)
- Trouwen is hongerlijden (spreekwoord)
- Trouwen is houwen (spreekwoord)
- Trufina. (afkorting)
- Trui(da). (afkorting)
- Trw (afkorting)
- Ts (afkorting)
- Ts. (afkorting)
- Tsj (afkorting)
- Tsj S (afkorting)
- Tsj. (afkorting)
- Tsj. Slow. (afkorting)
- Tsyn beye schorfte schapen uut Christus coye (spreekwoord)
- Tu die, quo pignore mecum certes! (spreekwoord)
- Tu ne cede malis, sed contra audentior ito (spreekwoord)
- Tu quod cavere possis, stultum est admittere (spreekwoord)
- Tu, homo, adigis me ad insaniam! (spreekwoord)
- Tu. (afkorting)
- Tubem. (afkorting)
- Tues res agitur (spreekwoord)
- Tuig (vee) van Laban (spreekwoord)
- Tuig van de richel (spreekwoord)