(Cottus gobio, familie Donderpadden) Borstvinnen opvallend groot. Kop padachtig. Huid glad, geen schubben. LL tot 10 cm. Heeft een voorkeur voor koud, helder water met zanderige en stenige bodem. Komt vooral voor in beken, vroeger ook in de grote rivieren van ons land. Tegenwoordig nog in IJsselmeer, Loosdrechtse plassen en lokaal in schone sloten. Voedt zich met ongewervelde dieren en ook wel met kuit en jongen van de forel. In ons land wettelijk beschermd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk