Geelgerande watertorren

betekenis & definitie

(geslacht Dytiscus e.a.) - ca. 2000 soorten Lichaam van opzij gezien plat. Achterpoten voorzien van talrijke zwemborstels. Zwart; halsschild en zijkanten van de dekschilden met een gele rand. 2,5-3,5 cm. Tijdens het zwemmen worden de achterpoten tegelijkertijd naar achteren bewogen (zie grote spinnende watertor). Om adem te halen wordt het uiteinde van het achterlijf boven water gebracht. Jaagt o.a. op kikkerlarven en kleine visjes. Dekschilden van ♀ vaak met talrijke overlangse ribbels. Voorpoten ♂ met hechtschijven. In plassen en poelen. Larve: achterlijf eindigt in een smalle adembws, met 2 behaarde aanhangsels. Poten met zwemborstels. Kop met twee lange, spitse kaaktangen. Geelachtig bruin. Tot 6 cm. Voedsel en levenswijze komen overeen met die van de volwassen kevers.