Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

crocheteren

betekenis & definitie

Haken.

Ze keek even op toen nog een ander oudje langskwam, dat ‘goedag-marie’ wenste, en bovendien ook zei: ‘aan het crocheteren?’, BOON 1977, 117.

Afl./Sam.: crocheteerster, haakster (Gevraagd: breisters en crocheteersters, hand- en machinewerk, Gents Adv. 12/8/1976);

- crocheteernaald, haakpen,
- naald.

< >