Zin A
omvorming van een primitieve, instinctieve functie in één van hoge, morele waarde.
Zin B
verschijnsel van morele, kunstzinnige, verstandelijke of godsdienstige vervolmaking, welke tot stand komt, als de voortplantingsdrift onderdrukt is, evenals de secondaire neigingen van het sexueel instinct, van welke laatste één of meerdere zich in voor het bewustzijn onherkenbare vorm en op een voor mens en maatschappij waardevolle wijze uit.