het recht om zonder betaling het genot te hebben van een zaak die aan een ander toebehoort. Het is het meest gebruikelijk ten opzichte van grond of huizen.
De vruchtgebruiker mag het goed zelf gebruiken of de huur- of pachtpenningen innen. Daartegenover moet hij de onderhoudskosten en de grond- en straatbelasting voor zijn rekening nemen.