Reeds omstreeks het jaar 1000 drongen de Turken uit het westen van Centraal-Azië op naar het westen van Europa tot aan de Middellandse Zee; zie kruistochten. De stichter van het Turkse Rijk werd sultan Osman I in de 13de eeuw.
Naar hem werd het Turkse Rijk ook wel het Osmaanse Rijk genoemd. De verovering van Constantinopel in 1453 maakte een einde aan het Oostromeinse keizerrijk. Hun grootste macht ontplooiden de Turken in het midden van de 16de eeuw onder sultan Soleiman II. Zijn rijk omvatte de gehele Balkan, de gebieden ten noorden daarvan tot aan de Karpaten, de kustlanden van de Zwarte Zee, Voor-Indië en de landen aan de Middellandse Zee in het noorden van Afrika. In 1529 bedreigden de Turken zelfs Wenen. In 1683 belegerden zij Wenen voor de tweede maal.
Nadat ze waren teruggeslagen, begon weldra de aftakeling van hun macht. Door de Russisch-Turkse oorlog van 18771878 verkregen de Balkanstaten de onafhankelijkheid. Omstreeks 1911 gingen ook de landen in Noord-Afrika voor Turkije verloren. Door de Balkanoorlogen van 1912-1913 werden de Turken bijna geheel uit Europa gedrongen. Na de Eerste Wereldoorlog behielden ze behalve Istanboel nog een klein gebied in de omgeving van de stad in Europa (23 485 km2), zodat de zeestraten (Bosporus en Dardanellen) nog Turks bezit bleven. Na de achteruitgang van Turkije werd omstreeks 1923 Moestafa Kemal Pasja de grondlegger van een nieuw Turkije.
Turkije, dat naast het gebied in Europa thans geheel Klein-Azië omvat (767 119 km2), bezit als enige staat in Voor-Azië een naar verhouding tamelijk goed net van verkeerswegen en spoorwegen. Het telt 34 milj. inwoners. Uit Turkije komen de met de hand geknoopte, zogenoemde oosterse tapijten (smyrnatapijten). Verder levert het tabak, opium, zuidvruchten, groenten en wol (angorawol). De belangrijkste havens zijn Istanboel, het vroegere Constantinopel, en Izmir, het vroegere Smyma. De hoofdstad is Ankara (1 milj. inwoners).