een verzamelnaam voor vele geslachten en soorten der vlinderbloemigen, b.v. wondklaver, rupsklaver, hopklaver, sikkelklaver, hoornklaver, honingklaver, rolklaver, enz. Het belangrijkste geslacht is dat van wat wij normaal klaver noemen.
De bladeren zijn gewoonlijk drietallig. De bloemen zijn rood, wit of geel. Rode en witte klaver zijn belangrijke voederplanten van hoge voedingswaarde. Door de knolletjesbacteriën in de wortels zorgen zij voor de verrijking van de bodem met stikstof. Door beschaduwing van de grond houden ze deze vrij van onkruid. Klaver wordt bestoven door hommels met een lange tong.
Maar hommelvolken tellen weinig individuen en bijen hebben een te korte tong om uit de lange kroonbuis de honing te zuigen en tegelijkertijd de bloem te bestuiven. De bijenhouders (imkers) trachten daarom een langtongige bij en de kwekers een klaverras met korte kroonbuis te kweken.
