(1724-1804), Duitse wijsgeer, een der grootste filosofen uit de geschiedenis. Hij was erop uit, de grenzen te vinden die aan het menselijke verstand zijn gesteld.
Er zijn vragen, zo leerde hij, waarop het antwoord buiten die grenzen van onze kennis valt, b.v. de vraag naar God en de vraag naar de onsterfelijkheid. God en de onsterfelijkheid kan men niet kennen, men kan slechts in hun bestaan geloven. Kant heeft zich ook uitgebreid beziggehouden met de zedelijke wil van de mens. Hij eiste dat men iets goeds niet mag willen vanwege de een of andere beloning of uit vrees voor bestraffing, maar enkel en alleen omdat het goed is. Zijn hoofdwerk is „Kritik der reinen Vernunft” (kritiek van de zuivere rede).
