(geboren te Braunau, Oostenrijk, in 1889). Eindigde zijn leven door zelfmoord in april 1945, nadat hij onuitsprekelijk leed over Duitsland en een groot deel van de wereld had gebracht.
Na de Eerste Wereldoorlog een der oprichters van de nationaalsocialistische beweging en weldra de leider (Führer), die het Duitse volkvergelding beloofde voor zijn vernedering, wraak op de joden, „Lebensraum” in het oosten, zuivering van het edele Duitse bloed, vernietiging van al zijn vijanden, alsmede werk en welvaart voor iedere Germaan in het „Gross-Deutsche Dritte Reich”. Een 25 punten tellend program van actie ontwikkelde hij in zijn ,,Mein Kampf”. De symbolen van zijn Nat. Soc. Duitse Arbeiderspartij waren: het hakenkruis (wentelend zonnerad, oudgermaans teken), bruin partijhemd en Duitse groet met opgeheven rechterarm. Door de gedwongen naleving van het „dictaat” van Versailles en de enorme werkeloosheid en armoede, en vooral door de economische crisis van na 1929 kreeg de partij aanzienlijke aanhang.
Op slinkse wijze wisten nazi’s zich van de regeringsmeerderheid in de rijksdag te verzekeren. Daarop verleende de al oud geworden president Hindenburg aan Hitler het kanseliersambt (eerste minister). In 1934 stierf de president en Hitler nam ook dit ambt op zich als Führer van het volk. Van meet af aan heerste de terreur: censuur, arrestatie, vonnissen en executies zonder rechterlijke uitspraken. De een-partij-staat werd afgekondigd, de joden buiten de wet verklaard, in concentratiekampen samengebracht en gefusilleerd of vergast. Snel ging het naar een wereldoorlog:1938 Oostenrijk en Sudetenland geannexeerd; 1939 Tsjechoslowakije idem, Polen aangevallen. Daarop oorlogsverklaringen van Frankrijk en Engeland. Tijdig had het Hitler-regime zich van de medewerking van de Sovjet-Unie verzekerd (1939). Na aanvankelijke bliksemsuccessen en de twijfelachtige hulp van Italië en Japan, kwamen de nederlagen. Op 8 mei 1945 gaf de Duitse regering zich onvoorwaardelijk over. De voornaamste nazileiders werden in een monsterproces te Neurenberg 1945-1946 ter dood of tot levenslang veroordeeld wegens „misdaden tegen de mensheid”.