een tot 70 cm hoge bosplant, die in de nazomer haar goudgele bloemen ontvouwt; zie dl. I, afb. 29.
In tuinen en parken wordt vaak de forse, wel tot 2 m hoge Canadese guldenroede aangeplant, die ook vaak verwilderd te vinden is, omdat zij zich door zaad en zich vertakkende wortelstokken sterk vermenigvuldigt.