1. een kuststrook in West-Afrika vanaf Senegal tot en met Angola, onderscheiden in Opper-Guinea in het noorden en Neder-Guinea in het zuiden. De Golf van Guinee is hiernaar genoemd;
2. een onafhankelijke republiek in het westen van Opper-Guinea, met een oppervlakte van 245 750 km2 en 4,2 milj. inwoners. Tot 1958 behoorde dit gebied tot Frans-West-Afrika. De bevolking bestaat uit verschillende negerstammen en voor bijna de helft uit mohammedaanse Fulbe-stammen. De uitvoer van Guinea omvat: ijzererts, bauxiet, diamant, bananen, palmpitten en koffie. De hoofdstad is Conakry; 3. Equatoriaal Guinea (45 373 km2, 300 000 inwoners), een vroegere Spaanse kolonie en sinds 1968 zelfstandige staat ten zuiden van Kameroen (zie kaartje bij Gabon). Hoofdstad is Santa Isabel op het eiland Fernando Poo;
4. zie Guinee Bissau.