een gietprocédé waarbij in plaats van een zandvorm holle vormen van ijzer of staal worden gebruikt. Daar worden gesmolten metaallegeringen, zoals messing, ingespoten.
Deze bewerking heet gespoten of (wegens de holle vormen) ijzeren gietwerk. De massa wordt daarbij eerder stijf, omdat het ijzer de warmte sneller wegvoert, en de structuur wordt fijner. In gegoten gietwerk worden b.v. bepaalde vormen en boringen meegegoten, omdat de nauwkeurigheid van de verkregen massa groter is dan bij zandgietwerk. Maar men kan op deze manier alleen metalen en legeringen gieten waarvan het smeltpunt lager ligt dan dat van de gebruikte ijzeren vormen.
