Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Gesel

betekenis & definitie

1. een roede of zweep. De flagellanten (geselbroeders) gebruikten een gesel van verscheidene „staarten” ter zelfkastijding.

Ook figuurlijk: de pest was de gesel der Middeleeuwen; 2. een klein, dun uitsteeksel aan cellen. Hij dient bij vele eencelligen voor de voortbeweging, b.v. bij de geselwieren, de zweepdiertjes (flagellaten) en bij vele bacteriën.

< >